Nachtzuster met perfectiedrang

Meta is een van de personages van het muziektheaterstuk Wat kan beter? dat in december 2025 in Utrecht te zien zal zijn.
Onderaan de pagina vind je meer informatie over deze productie en nog aan kunt melden om mee te spelen.
In de komende week kun je meer over haar lezen.

Meta vroeg nooit iets. Ze wachtte. Op toestemming, op instructie, op bevestiging dat ze het goed deed. Ze groeide op in een huis waar de klok heilig was, waar alles begon en eindigde op vaste tijden. Een moeder die streng was, niet kwaad — maar nooit warm. Een vader die zweeg. Meta leerde dat liefde niet zacht hoefde te zijn, als het maar klopte.

Ze vond houvast in regelmaat. Structuur werd haar taal. In plaats van te spelen, telde ze. In plaats van te dromen, plande ze. En ze werd er goed in — zó goed, dat niemand meer vroeg of ze ook wel eens iets voelde. Ze was de dochter die alles op orde had. Onopvallend. Onverstoorbaar. Onmisbaar.

Later koos ze voor de zorg. Niet om te helen, maar om te organiseren. Het ziekenhuis was haar wereld: roosters, dossiers, handelingen met een begin en een einde. Geen chaos. Geen ruis. En als mensen toch begonnen te huilen, dan wist ze precies wat te doen: protocol volgen, doorgaan, geen ruimte voor sentiment.

Orde was haar redding. En tegelijk haar gevangenis.

In het dorp Pommelenburg waar ze terechtkomt, voelt ze zich een buitenstaander in haar eigen beroep. Niemand komt op tijd. Niemand weet wat gepast is. Liefde wordt hier gedeeld als broodjes hagelslag, over tafel gegooid zonder besef van waarde. Ze ziet een bokser die denkt dat kracht gelijkstaat aan karakter. Een zangeres die elk wondje omtovert tot opera. Een geliefde die haar beloften niet nakomt.
Ze schrijft niets op, maar ze telt. Elke afwijking, elke fout, elke teleurstelling. En langzaam groeit in haar een gedachte die ze nooit hardop zou durven zeggen: misschien zijn sommige mensen gewoon onherstelbaar.
Misschien moet je niet iedereen willen genezen. Een verstoring in haar perfectie

Maar dan valt alles stil.
De tijd lijkt zichzelf te verliezen. De dorpsgenoten zijn uitgeschakeld. En ergens in die verstilde leegte verschijnt iets onverwachts. Niet in de vorm van een fout, maar van een fluistering. Geen bevel, geen schema — maar een vraag:

Dan wordt aan haar een spiegelende vraag gesteld:  Wat kan beter?
Ze schrikt ervan. Niet omdat het confronterend is, maar omdat het nieuw is. Want Meta weet wel wat beter moet in anderen. Maar in zichzelf? Daar was nooit ruimte voor. Ze had geen tijd om stil te staan bij haar eigen gemis. Geen woorden voor de eenzaamheid onder haar perfectie.

En nu, nu het stil is… hoort ze het. Iets wat geen klok aangeeft. Iets dat geen lijst afvinkt.
Er ontstaat twijfel. Geen destructieve twijfel, maar een zachte. Een die iets openlaat. Die vraagt: Wat als het niet jouw taak is om mensen te corrigeren? Wat als je zelf iets moet loslaten?

Meta begint te voelen wat ze al die jaren zorgvuldig had weggeschoven. Hoe het verlangen naar controle eigenlijk een verlangen naar houvast was. Hoe het strak gevouwen leven geen bescherming bood, maar een muur werd. En hoe haar liefde – die ze altijd had willen geven – nooit de ruimte kreeg om adem te halen.

Ze hoeft niets te zeggen. Geen groot gebaar te maken. Maar voor het eerst in haar leven kijkt ze niet op haar horloge om te weten wat er moet gebeuren.

Meta dacht altijd dat orde de oplossing was.
Maar wat als er pas ruimte voor liefde ontstaat…
wanneer je de controle durft los te laten?

Durft Meta zichzelf te vragen: Wat kan beter – de wereld die ze wil corrigeren, of het hart dat ze nog nooit heeft toegelaten?