Voodoo met verstikkende moederliefde
Isabella is een van de personages van het muziektheaterstuk Wat kan beter? dat in december 2025 in Utrecht te zien zal zijn.
Onderaan de pagina vind je meer informatie over deze productie en nog aan kunt melden om mee te spelen.

Isabella Lören werd geboren in een huis waar het altijd stil was. Niet vredig stil, maar kille stilte — het soort dat je voelt in je botten. Haar vader sprak met de rug. Haar moeder met blikken die prikten. Er werd niet gevraagd of je gelukkig was. Alleen of je netjes zat.

Ze was een mooi meisje. Maar geen vrolijk meisje. Te bleek, te schuin, te stil. Alles wat ze voelde, verdween achter keurige kleding en correct gedrag. Niemand vroeg wat er gebeurde als de gordijnen dichtgingen. Niemand vroeg waarom ze soms haar adem inhield tot ze duizelig werd. En toen ze oud genoeg was om te vertrekken, deed ze dat niet. Want ze had nergens geleerd wat vrijheid was.

De enige die haar ooit écht aankeek, was een man die haar liefhad alsof ze van glas was. Hij sprak van toekomst, van reizen, van zachtheid. En toen ze hem werkelijk toeliet — de enige keer dat ze dat ooit heeft gedaan — liet hij haar zwanger en alleen achter. Met een lege buik vol verwachting, en een hart dat zich voorgoed sloot.

Sören werd geboren uit die breuk. Hij werd niet haar kind. Hij werd haar anker, haar verlengstuk, haar enige zekerheid. Ze hield van hem zoals je een pop vasthoudt die nooit mag vallen. Alles aan hem hoorde bij haar. Zijn handen. Zijn stem. Zijn hartslag.

Isabella leeft in 1965, maar haar blik lijkt ouder. Iets van een andere wereld. Iets wat haar nooit helemaal losliet. Ze draagt zwart, spreekt langzaam, en lacht zelden. In haar huis hangen zware gordijnen. Ze drinkt thee die niemand anders lekker vindt. En op haar dressoir ligt een pop – geen kinderspeelgoed, maar een instrument. Ze prikt erin als hij te ver afdwaalt. Als hij iets voelt wat zij niet kan dragen.

Ze noemt het voodoo. En wie haar kent, weet dat het geen grap is.

Sören voelt haar aanwezigheid als een gewicht. Hij leeft tussen haar wimpers. Probeert zich te ontworstelen. Droomt over verre werelden, over sterrenstelsels waar niemand je claimt. En als hij verliefd wordt – op Sabine, de caissière, de vrouw die lééft – voelt Isabella hoe haar greep verslapt.

Ze wordt harder. Vlakker. Prikt vaker. Haar huis verandert in een altaar van controle. En zij, in een priesteres van het niet-toelaten.

Maar dan valt alles stil. Het dorp. De stemmen. Zelfs Sören. En in de schaduw van haar routine, klinkt een vraag die zich niet laat bezweren.

Wat kan beter?

Ze schrikt van die vraag. Niet omdat ze het antwoord niet weet. Maar omdat ze het allang weet. En het nooit heeft toegelaten.

Ze dacht dat liefde gelijk stond aan bezit.
Dat controle veiliger was dan overgave.
Dat als je maar strak genoeg vasthield, de ander niet zou verdwijnen.

Maar misschien is liefde juist: toelaten.
Misschien is beter niet zachter… maar eerlijker.
Misschien is beter: durven voelen wat je hebt gemist.

Ze weet niet of ze ooit nog los kan laten.
Maar ze weet nu: wie niet leert verliezen,
zal uiteindelijk alles kwijt zijn —
ook zichzelf.