"Wijn, Lydia de wijn, laat me niet wachten, dat verdooft de pijn. Slapeloze nachten die hij niet bij mij wil zijn".

Het muziektheaterstuk Marcus Antonius gaat over vrijheid. Het stuk heeft in 2006 en 2007 gespeeld en zal in 2024 weer te zien zijn.
Alle personages in het stuk zijn op zoek naar een manier om zich geestelijk, lijflijk of maatschappelijk vrij te voelen of bevrijd te zijn.

Octavia was een dochter van een hooggeplaatste Romeinse familie. Op jonge leeftijd viel ze voor de charmes van de Romeinse jongeman Marcus Antonius. Toen was ze samen met Crassus, een bezitterige en jaloerse man die haar claimde. Marcus Antonius is nu een succesvolle legeraanvoerder en vaak zeer lang van huis. Omdat Octavia al op jonge leeftijd met Marcus Antonius samen is gaan wonen, heeft ze verder weinig meegemaakt. Haar leven speelt zich voornamelijk af in en rond haar huis in Rome.

Met Phoebe, haar persoonlijke slavin, deelt ze haar wel en wee en verder heeft ze weinig contact met anderen. Phoebe is sinds haar jeugd haar vriendin, maar deze vriendschap is complex. Octavia ziet Phoebe als haar vertrouweling, maar ook als haar bezit. Dit duale gevoel zorgt voor spanningen, vooral wanneer Octavia haar frustraties op Phoebe afreageert.

Af en toe komt Crassus nog langs, inmiddels lid van de senaat, die het maar niet kan verkroppen dat Marcus Antonius Octavia van hem heeft afgepakt en stil hoopt dat ze ooit weer bij elkaar zullen komen. Deze bezoeken herinneren Octavia aan haar verleden en de ziekelijke band die ze met Marcus Antonius heeft.

Als Marcus Antonius weer thuiskomt, claimt ze hem altijd. Hij kan daar niet tegen omdat hij tijd voor zichzelf nodig heeft. Uit wanhoop klampt ze zich bijna letterlijk aan hem vast wanneer hij terug is. Ze verlangt naar zijn liefde en aandacht, maar krijgt deze zelden. Marcus ontwijkt haar en zoekt troost bij Lydia, de slavin waar hij van houdt maar door zijn vader verboden werd om mee samen te zijn vanwege de verschillende standen. Deze situatie maakt Octavia nog meer verbitterd en jaloers.

Om haar leed te verzachten, heeft ze haar toevlucht gezocht in de wijn. De alcohol helpt haar te ontsnappen aan haar ellendige werkelijkheid, maar versterkt ook haar wispelturige gedrag. Vaak drinkt ze te veel en wordt onuitstaanbaar in haar verdriet. Ze stort haar hart uit bij Phoebe, maar geeft haar ook de schuld van haar ellende in momenten van dronkenschap. Octavia's gevoelens naar Phoebe zijn een mengeling van afhankelijkheid en verachting.

In het muziektheaterstuk zit Octavia gevangen in haar relatie met Marcus Antonius, gevangen in haar huis en gevangen in haar duale gevoel met Phoebe. Ze voelt zich ook gevangen in haar verleden met Crassus, die haar confronteert met haar ziekelijke band met Marcus Antonius.

Octavia’s leven is een web van tegenstrijdige emoties en relaties. Ze worstelt met haar gevoelens van jaloezie, verlatenheid, en wanhoop. Uiteindelijk kiest zij haar weg om van haar verstikkende, pijnlijke gevoelens bevrijd te zijn, maar de vraag blijft of zij ooit ware vrijheid en vrede zal vinden.